Veel teken in Fryslân: dit moet je doen als je gebeten wordt

Gezond en fit
Foto: Omrop Fryslân
Foto: Omrop Fryslân

FRYSLÂN - Van alle provinciën staat Fryslân op de derde plaats als het gaat om de kans op een tekenbeet. Bij een tekenbeet bestaat de kans dat de ziekte van Lyme overgebracht wordt.

De teek komt voor in bosrijk gebied, zoals bij het Nannewiid in Oudehaske. Boswachter Henk-Jan van der Veen raadt aan om in de bossen op de weg te blijven en lange kleren aan te doen. ‘Maar als het 35 graden is, loop ik eerlijk gezegd ook liever in m’n korte broek. Maar ik controleer daarna wel heel goed.’

Wie toch gebeten wordt, kan daar flink last van krijgen. Het kan zorgen voor pijn aan de gewrichten, huidklachten, zenuwklachten en in het ergste geval zelfs hartklachten.

Slachtoffers van een tekenbeet moeten er volgens Van der Veen voor zorgen dat de teek zo snel mogelijk wordt weggehaald. Daar heb je speciale tangetjes voor. ‘Daarmee kun je ze er heel gemakkelijk uitwippen.’ Het kan ook met een pincet.

Dat betekent nog niet dat al het gevaar uit de weg is. ‘Houd daarna de plek op je huid waar je gebeten bent goed in de gaten. Schrijf ook even op wanneer je gebeten bent en controleer iedere week of je bijverschijnselen ziet.’ Dat moet zo’n drie maanden lang.

Rode ring
Zo’n bijverschijnsel kan bijvoorbeeld een rode ring zijn. ‘Is dat niet het geval, dan kun je het met rust laten. Maar als je wel zo’n rode ring ziet, dan moet je naar de huisarts. Het zou namelijk een teken kunnen zijn van de ziekte van Lyme.’

Als de teek mogelijk langer dan een dag in de huid heeft gezeten, is de kans op de ziekte van Lyme tussen de twee en drie procent. De ziekte van Lyme is te behandelen en te voorkomen met antibiotica.

Tekenradar.nl
De kans op een tekenbeet is het grootst in Drenthe, blijkt na 80.000 meldingen op Tekenradar.nl. Die website bestaat nu tien jaar. Fryslân volgt op de derde plaats.

Bij de berekening van die cijfers is gekeken naar de grootte van de bevolking en het aantal meldingen. De website is een decennium geleden gelanceerd door het RIVM en Wageningen University.

Bron: Omrop Fryslân