Het leven van Koos Schulte: lezen en luisteren
De kamer waar het grootste deel van zijn verzameling strips en elpees staat, heeft vanwege het grote gewicht een dubbeldikke betonvloer. Het blijkt geen sinecure want de collecties van Koos Schulte (74) uit Sneek bestaat uit enige duizenden langspeelplaten, honderden boeken van Marten Toonder en alles wat daarmee te maken heeft. Verder heeft hij alles van Arendsoog in alle denkbare varianten, en een groot deel van het oeuvre van Karl May. Maar ook stripweekbladen als PEP en Sjors en nog veel en veel meer. Zoveel dat de verzamelingen zich uitstrekken over meerdere kamers en verdiepingen in de woning. Schulte nuchter: “De ene verzameling haalt vaak de andere uit.”
Kruisbestuivingen, dat is het misschien wel. Neem de Engelse strip Rupert Bear – in ons land bekend als Bruintje Beer – als voorbeeld. Schulte heeft de complete verzameling. Gebaseerd op dit stripfiguurtje bedacht en schreef voormalig Beatles-ster Paul McCartney de korte animatiefilm ‘Rupert and the Frog Song (We All Stand Together)’. Eén en één is twee, want Schulte heeft niet alleen alles van Rupert Bear, maar als groot Beatles-fan, ook alle lp’s van de oorspronkelijke The Fab Four uit Liverpool en hun solowerk. In mono en stereo en soms in meerdere persingen uit andere landen. Het album ‘Help’ is daar met zeven verschillende exemplaren – inclusief een Russische - een goed voorbeeld van.
EEN GROTE DIVERSITEIT
Van The Beatles, Frank Sinatra, en Nat King Cole gaat het via platenlabels als Telstar en Philips naar Rita Reys, Genesis, Fleetwood Mac en Johnny Hoes. Een grote diversiteit. Overal weet Koos Schulte wel iets over te vertellen. “Fleetwood Mac was jarenlang een bluesband. Na de komst van Christine McVie, uit Chicken Shack, gingen ze over op totaal andere muziek en braken ze wereldwijd door.” Johnny Hoes, Schulte heeft er rijen lp’s van. Niet zozeer exemplaren waarop de zanger zelf zingt, maar vooral de muzikanten en groepen die hij bekend maakte, zoals Doe Maar, Normaal, Massada, Heikrekels en de Zangeres zonder Naam. “Ik ben een dag bij Johnny Hoes geweest. De lp’s die ik mee had, heeft hij gesigneerd. Bleek trouwens dat ik lp’s had die hij zelf níét had.”
ONTHUTST
Gesigneerde lp’s, daar heeft hij er meer van. Zoals van Cuby+Blizzards, al had dat nogal wat voeten in aarde. ‘Desolation’ was hun eerste lp in 1966. Schulte: “Onthutst was ik en dan vooral door het gitaarspel van Eelco Gelling. Ik heb jarenlang al hun concerten bezocht. Oprichter Harry Muskee en Eelco Gelling kregen ruzie, waarop Gelling nog een tijdje bij Golden Earring heeft gespeeld. Tijdens een van de optredens – Gelling was toen al weg – heb ik een lp laten signeren, maar zonder handtekening van Gelling. Jaren later ging onze zoon Rutger met deze lp naar een optreden van Gelling en heeft hij deze laten signeren. Zo waren Cuby en Eelco weer verenigd.” Aardig om te noemen is dat zoon Rutger als tweede naam Eelco heeft. Inderdaad: vernoemd. Muziek, het is Koos Schulte met de paplepel ingegoten. Koos’ vader speelde piano en zijn opa speelde bij de militaire Johan Willem Friso Kapel en speelde piano bij films in de bioscoop toen die nog geen geluid hadden. Geboren in Groningen en opgegroeid in Heerenveen verhuisde Koos Schulte met zijn vrouw naar Bolsward waar hij leerkracht werd. In die stad had hij bij de lokale omroep jarenlang een eigen klassiek muziekprogramma.
KARL MAY
“Als kind heb ik ook veel gelezen. We hadden meerdere abonnementen van de bibliotheek. Niet dat ik een professortje was, hoor. Maar ik denk dat ik zo’n beetje alle jeugdboeken wel heb gehad. Pietje Bell, Dik Trom, Bob Evers, Pim Pandoer en strips als Bulletje en Bonestaak, Bruintje Beer, en elk jaar kreeg ik een boek van Sjors en Sjimmie. Ik lees ze nog steeds. En de boeken van Karl May.
De hoofdpersoon Old Shatterhand, een Duitse emigrant die naar Amerika was gekomen als landmeter voor de spoorwegen, is – zogenaamd – May zelf.” De serie, met Winnetou als het fictieve opperhoofd der Apachen en de bloedbroeder van Old Shatterhand, werd in Europa en met name in Duitsland, een groot succes. In Amerika kent niemand dit heldhaftige tweetal. Minder bekend is dat Karl May ook boeken schreef over psychologie, geneesmiddelen, geschiedenis, seksualiteit en muziek. Schulte heeft vrijwel alles van Karl May. In het Duits, de oorspronkelijke taal waarin de boeken zijn uitgegeven. Keurig uitgestald in een dito boekenkast.
MARTEN TOONDER
Als pas getrouwd stel – we schrijven 1972 – had het echtpaar Schulte een abonnement op de Leeuwarder Courant, met daarin de strips Panda en Tom Poes (Heer Bommel) van Marten Toonder. “Ik heb de strips uitgeknipt en daar twintig jaar lang boekwerken van gemaakt. En ik ben de avonturen van Tom Poes gaan kopen en verzamelen.” Ook ander werk van Marten Toonder belandde in zijn verzameling, zoals Kappie en Koning Hollewijn. Veel werd niet door de meester zelf getekend, maar door de Toonder Studio’s. “Naast Tom Poes ben ik ook strips en boekjes gaan verzamelen, die waren getekend door de vele medewerkers van Toonder. Dat heb ik fout gedaan, want daarmee liep het uit de hand.”
HANS G. KRESSE
De tekenaar Hans G. Kresse is daar een mooi voorbeeld van. Deze voormalige medewerker van Toonder bleek zelf een grootmeester, bedacht Eric de Noor[1]man en illustreerde tal van verhalen, waaronder Winnetou van Karl May en Arendsoog van de schrijvers Jan en Paul Nowee. Kresse maakte talloze covers voor het stripweekblad PEP en tekende en schreef vele Indianenstrips. Schulte heeft ze allemaal, in verschillende uitvoeringen. Koos Schulte schreef zelf ook over strips en over de Toonder Studio’s voor de regionale pers en werkte mee aan publicaties over strips. Momenteel schrijft hij veel inleidingen in boeken en ook muziekrecensies.
LIEFDE VOOR HET BOEK
Proberend te verklaren waarom hij zo’n enorme verzameling heeft, zegt Schulte: “Het is de liefde voor het boek. De uitvoering van het boek. Het vakmanschap van de tekenaar, van de vormgever. Dat spreekt mij erg aan. Als ik ergens een eerste druk van kan kopen, ben ik erg blij. Veel oude boeken kunnen tegenwoordig ook niet meer. Bijvoorbeeld een boek als Paddeltje van Johan Been. Dat speelt zich af in de VOC-tijd waar ze ook in gebieden komen waar slavernij heerst. Dat kan niet meer.” Schulte merkt ook dat de liefde voor strips tanende is. “Vroeger had je Wordt Vervolgd met Han Peekel op tv en gingen we naar de Stripdagen in het Turfschip in Breda. Daar kwamen tienduizenden liefhebbers. Vooral jongeren. Nu zijn het dertigers, ouderen en anderhalf kind die er komen…” De jeugd van nu leest geen stripboeken meer. Andere – virtuele – werelden hebben de plaats van de wereld van het beeldverhaal overgenomen. Maar wie in Sneek nog alles wil weten van Tom Poes en Heer Bommel, van Hans Kresse, Arendsoog en Winnetou, zou voor de aardigheid Koos Schulte eens tegen het lijf moeten lopen…
Tekst en foto's: Richard de Jonge