Heer en meester Douwe Visser

grootsneek
Afbeelding

“Skûtsjesilen is simpel, maar het moeilijkste wat er is, is simpel skûtsjesilen.” Was getekend Douwe Jzn. Visser (1957). Geen wonder dat zijn biograaf Ton van der Laan (1993) de bekende SKS-skûtsjeschipper Douwe Visser ‘de Johan Cruijff van het skûtsjesilen’ noemt. Op de laatste zaterdag van juni 2022 werd op het Starteiland midden in de Snitsermar het eerste exemplaar van de biografie ‘Douwe Visser, heer en meester’ aan Commissaris van de Koning in Fryslân, Arno Brok, overhandigd. Een bijzonder boek over een binnenvaartschipper die volgens velen, waaronder Van der Laan, uitgroeide tot de beste skûtsjeschipper van zijn generatie.

Hoe bijzonder is het dat er nu een biografie over Douwe Visser verschenen is? Wij vroegen het de schipper persoonlijk.  “Even los van het hele traject vond ik het bijzonder dat er iemand is, die meer dan de helft jonger is als ik, een boek over mij wil schrijven”, antwoordt Douwe Visser. “Het leven wat ik als normaal ervaar en niet altijd bij stil sta, waarbij ik mijn ding doe, dat daar nu een boek over geschreven is. Dat ervaar ik als heel bijzonder.”

Ontdekkingstocht

“Tijdens de gesprekken die ik met Ton had, is het mij ook duidelijk geworden dat het een ontdekkingsreis door mijn eigen leven werd. De herinneringen aan de dingen die gebeurd zijn en waarom je toen op een bepaalde manier gereageerd hebt. Het was in die zin ook een trip down memory lane.”

Dat Ton van der Laan journalist van professie is - hij is parlementair journalist van de Leeuwarder Courant en verslaat sinds 2014 het SKS-skûtsjesilen voor die krant - is duidelijk na het lezen van deze biografie. De lezer gaat mee ‘op interview’ en geniet met volle teugen van wat de charismatische schipper te vertellen heeft. Een biografie omdat Douwe aan het woord komt, de verhalen vertelt vanuit zijn perspectief en beleving. Het is Douwe zijn waarheid en niet dé waarheid. Hij kijkt in z’n eigen spiegel en ziet het leven tot nu toe aan zich voorbijgaan. 

Eerlijk en ontwapenend

“Wie is de man in het hemd als hij niet aan het helmhout van de Sneker Pan zit?”, is een cruciale vraag die Ton van der Laan stelt. En de biograaf krijgt heel veel antwoorden. Eerlijke en ontwapende antwoorden. Het antwoord op deze vraag bijvoorbeeld: “Wat zou je met alle bagage die je nu hebt verzameld anderen willen meegeven?” Douwe Visser: “Blijf leren. Je bent nooit te oud om te zeggen dat je nog niet alles weet. Stel je kwetsbaar op, maak je niet druk om wat andere mensen daarvan vinden, en doe wat je het liefste doet. Ken je gebreken, erken ze, en ga ermee aan de slag. Je steeds blijven voeden met nieuwe inzichten, nieuwe materie, houd je jong en scherp. Je hoeft geen natuurtalent te zijn om iets goed te kunnen. Met passie bereik je veel meer.”

“Het is wat ik vind en zeg”

“Ik vond het heel bijzonder om terug te lezen wat ik tegen Tom had gezegd. Ik schrok daar zelfs wel van. Als ik een verhaal houd in bijvoorbeeld een kroeg of in een huiskamerachtige situatie met wat bier en sigaren, dan is dat anders. Het is exact hetzelfde verhaal maar door gezichtsuitdrukkingen en het interactieve contact met de mensen komt het letterlijk zwart op wit anders over. Het ziet er veel hoekigere en ‘bonkeriger’ uit. Ik heb het ook wel even spannend gevonden hoe de mensen zullen reageren, maar dat heb ik nu al niet meer. Het is wat ik vind en daar was een schrijver in geïnteresseerd. Het is wat ik altijd zeg, dus ik zeg het nu ook. Alleen het is nu voor een groter publiek en iedereen mag daar iets van vinden. Daarom werk je aan z’n boek mee.”

Geboren op het Zwarte Water

Douwe Visser, geboren als oudste kind van Jappie en Stien Visser aan boord van de Rival, een aak van 86 ton, 4 meter breed en 27 meter lang. De Rival lag tijdens de geboorte van de kleine Douwe op het Zwarte Water met uitzicht op de Zwolse Peperbus. Douwe is de eerste van de vijf kinderen; na Geeske (1958) en Hendrik (1960) volgen Albert (1962) en Tjitske (1965). Uiteraard staan al deze biografische gegevens in het boek. Tussen de regels door lees je steeds dat zijn grote Liefde Hetty het anker in Dowes leven is. Maar er wordt ook een portret gegeven van de binnenvaartschippers uit de tweede helft van de twintigste eeuw in het algemeen en Douwe en zijn familie in het bijzonder. 

Omdat Douwe bekend werd door het skûtsjesilen krijgt dat aspect veel aandacht en dan wordt ook duidelijk hoe uniek Douwe Jpz. Visser is. Daarbij komt de matador niet alleen aan het woord, maar geven ook mensen uit zijn naaste omgeving hun mening. Van familieleden tot collega-schippers. Ook zij werden geïnterviewd voor het boek. 

Kris Heijnis

Een van de mensen die voor het boek is geïnterviewd, is coach Kris Heijnis. In 2001 ontmoet Douwe Visser Kris en deze zorgt ervoor dat het leventje van Douwe aardig op z’n kop komt te staan. Zo’n stoere schipper als je Douwe Visser zoekt contact met een goeroe, trainer of psycholoog die klinkt als Herman van Veen? Toch belt de skûtsjeschipper. 

“Toen ik eenmaal over de drempel was gestapt, was ik er ook echt overheen. Kris was zo ontwapenend, zo open. Het voelde vertrouwd. Ik liep in één keer leeg”, vertelt Douwe. Vele sessies volgen na die eerste ontmoeting en Kris Heijnis wordt een vriend. De schipper krijgt een ander mensbeeld, ziet door de gesprekken met Kris anders naar mensen en dus ook naar z’n bemanning. Gemakkelijk? Nee, zeker niet! Douwe leert veel over zichzelf en zijn familie. Douwe krijgt andere inzichten; hij heeft er achteraf spijt van hoe hij met bepaalde mensen is omgesprongen.

Kwetsbaar

Douwe Visser stelt zich sindsdien ook kwetsbaar op. Stille Douwe gaat samen met Kris op pad en ze houden presentaties voor groepen. “De sessies met Kris hebben van mij een betere schipper gemaakt en vooral een completer mens, maar ik voel in een grote groep nog steeds ongemak”, is Douwe eerlijk.

Tekst: Henk van der Veer
Beeld: Vincent Riemersma