Fries Scheepvaart Museum is magisch voor kinderen

grootsneek
Afbeelding

Een dikke knuffel, een high five, of de vraag ‘wanneer kom je weer meester?’, het zijn grote beloningen als medewerkers van het Techniekteam van het Fries Scheepvaart Museum na een techniekles van een uur met hun drie koffers een basisschool verlaten. Ze genieten elke keer weer van de lol die kinderen hebben, terwijl ze ondertussen ook nog iets leren. 

Die drie koffers moeten onderhand in reparatie, want ze zijn gebruikt door zo’n tweeduizend kinderen. Op dit moment staat de teller van bezochte scholen al op tachtig. De koffers zijn onderdeel van een lesprogramma, ontwikkeld door Anke Roorda en Merijn van Veen, de twee educatief medewerkers van het Fries Scheepvaart Museum. Minstens twee keer per week bezoeken zij of één van de vijf bevlogen vrijwilligers basisscholen in Friesland

Uit nood geboren

Het bezoek aan de basisscholen is eigenlijk uit nood geboren. Het is ontstaan omdat scholen als gevolg van corona niet naar het museum konden komen. Ieder jaar maken de educatief medewerkers een programma dat aansluit op de leerlijn van de school. 

“We hadden al iets ontwikkeld toen we een vraag kregen vanuit de Schoolkade in Leeuwarden, een makelaar in programma’s voor scholen. Ze hadden gehoord dat we iets met techniek voor jongere kinderen – groep één tot en met vier - hadden ontwikkeld. Het invullen van technieklessen voor deze leeftijdsgroep is voor veel scholen moeilijk. Ze hebben Lego en Kapla in de klas, maar dan houdt het wel op. Leerkrachten vinden techniekles belangrijk, maar ze hebben geen tijd, geen achtergrond en geen methoden. Ze vinden het fijn dat er aanbieders zoals wij zijn. Zo halen ze een uurtje techniekonderwijs in huis.” 

“Je moet kinderen verrassen”

Het mooie van de enorme collectie van het Fries Scheepvaart Museum is, dat er altijd wel iets in huis is dat aansluit bij de jeugd. “In dit geval hebben we de combinatie gemaakt tussen techniek en scheepvaart. De inhoud van de drie koffers waarmee het ‘T-team’ op stap gaat, bevat vooral materiaal over de chronologie van de scheepvaart.” 

Door hun jarenlange ervaring weten Anke en Marijn wat werkt bij kinderen. “Je moet kinderen verrassen. Als je verrast wordt, dan wil je meer weten. We hebben zoveel mogelijk àlle zintuigen in ons programma verwerkt. Een stukje vertellen, iets doen, iets proeven, weer even luisteren. Het meeste door te doen, want we weten dat de spanningsboog van kinderen laag is.” Kinderen, maar ook hun ouders, zijn ingesteld op de digitale wereld, menen Anke en Marijn. “Op zich niets mis mee. Als je het hebt over de solarrace kun je via Digibord daar direct een filmpje bij zoeken. Maar in onze vluchtige maatschappij helpen verhalen om kennis te verankeren. De uitdaging bij het vertellen is dan ook om de verhalen zó te vergellen, dat kinderen meegezogen worden door het verhaal.”

Een kano van beton 

Bij de les staat drijven, zinken, waterkracht, windkracht en zonne-energie centraal. “’Zich verplaatsen over water, hoe deden mensen dat heel lang geleden?’, vragen we dan. Zo komen we op een kano, eentje van hout en eentje van beton. Wat gebeurt er als we die in de waterbak plaatsen? Waarom zinkt de ene en blijft de andere drijven? Vervolgens maken we de overstap naar een zeilboot. Mensen worden moe van varen in een kano. Dan is het fijn als je een boot hebt waarbij de wind je helpt. Dus zetten de kinderen tijdens de les een zeilbootje in elkaar.

‘Ik moet boodschappen doen, hoeveel kan ik meenemen?’, is de volgende vraag. De kinderen mogen steentjes op de zeilboot zetten, net zo lang totdat die zinkt. Hierna komt de stoomboot. Kinderen mogen het water in ijzeren bootjes met waxinelichtjes opwarmen. En ineens gaat het bootje varen. Het is elke keer weer magisch.” 

MSC Zoe

“We gaan door met de containerschepen die steeds meer lading kunnen vervoeren. Met een foto van een containerschip laten we zien dat de lading eraf kan vallen. Sommige oudere kinderen weten nog van MSC Zoe. Hierna volgt een foto van een zonneschip; die mogen de kinderen zelf maken van een propeller, een zonnepaneel en draadjes. Als we daar een bouwlamp, ‘de zon’, opzetten, gaat de propeller draaien en vaart het bootje. Als de zon weggaat, stopt ie met draaien; nog meer magie.”

Na afloop van de technische les krijgen de kinderen een familiekaart mee. Op vertoon van die kaart mogen ze met hele gezin voor niets naar het Fries Scheepvaart Museum. Een actie die loopt als een tierelier, volgens de twee educatief medewerkers. “Na het weekend kunnen we op de prikker bij de entree zien, hoeveel mensen er gebruik van gemaakt hebben.”

‘Begeisterd’

De ervaring van afgelopen schooljaar heeft gemaakt, dat de educatief medewerkers ‘begeisterd’ zijn door de techniekkant . Thema voor de onderbouw voor komend schooljaar is: ‘we bouwen een bootje’. “We gaan de oude ambachten weer opzoeken en gaan van daaruit verder met nieuwe technieken. We hebben een lasersnijder aangeschaft, waarmee je bouwplaatjes kunt maken. Ook willen we een 3D-printer inzetten. Inmiddels hebben al 64 groepen dit thema geboekt.”

En wat gebeurt er met de koffers die dit jaar zijn gebruikt?  “Die gaan met één van de vrijwilligsters mee naar haar kleinkinderen in Den Haag. Hoe leuk is dat?”

Tekst en foto’s: Riemie van Dijk