Face to Face: Tsjipke Okkema ‘’Kinderen in het speciaal onderwijs zijn zó ontzettend dankbaar”

grootsneek
Afbeelding

Tsjipke Okkema (37) uit Wommels werkt sinds twee jaar als onderwijzer op de Piet Bakkerschool in Sneek, een school voor speciaal onderwijs. Daarnaast is hij actief als trainer bij voetbalvereniging SDS in Easterein, het dorp waar hij opgroeide en waar hij nog iedere zaterdag een wedstrijd speelt met zijn voetbalvriendenteam. Bij de start van het nieuwe schooljaar vroegen wij Tsjipke het hemd van het lijf over de onderwijsschap. “Mijn werk geeft me heel veel voldoening”, vindt Tsjipke.

”Bezoek komt hier meestal achterom”, zegt Tsjipke Okkema met een lach, terwijl we net op de bel bij de voordeur hebben gedrukt. In zijn kielzog lopen zijn zoontjes Hidde en Jildert die een beetje ‘oerémis’ zijn van het feit dat er twee mevrouwen van de krant langskomen, een journaliste en fotografe. Ze rennen achter elkaar aan door de tuin, door de woonkamer en via de bijkeuken weer terug door de tuin. Het is een vrolijk tafereel, twee van die blonde mannetjes bruisend van energie. Jongste zoon Hidde wil zijn kunsten op de glijbaan vertonen; hij springt er in één keer vanaf en komt verkeerd neer op zijn voet. Snikkend loopt hij naar zijn vader die hem rustig troost. Tsjipke zijn vrouw Esther roept de broertjes uiteindelijk naar binnen, waar ze zich bij hun tien maanden oude zusje Jeldau voegen. “Zo,” zegt Tsjipke, “dat praat toch iets gemakkelijker”, en hij gaat er eens goed voor zitten. 

Zorgboerderij

“Ik ben geboren in Harlingen, maar heb tot mijn 25e in Easterein gewoond”, vertelt hij. “Ik groeide op met een oudere zus en twee jongere zussen. Mijn moeder zat in het onderwijs en dat leek mij ook wel wat. Na de mavo in Wommels (Bogerman College, red.) deed ik het CIOS in Heerenveen. Ik liep een aantal stages, waaronder één op de Piet Bakkerschool in Sneek, het speciaal onderwijs. Toch wilde ik met de CIOS-opleiding niet aan het werk; het was het niet voor mij. Daarom ging ik naar de pabo; voor deze opleiding moest ik ook stages lopen bij verschillende scholen. En dat was heel leuk! Er was veel werk in het onderwijs – net als nu – en ik kon overal wel als invalkracht aan de slag. Vooral de wat langere periodes vond ik fijn, dan had ik iets meer vastigheid en leerde ik de kinderen en de andere leerkrachten ook beter kennen. Naast mijn werk als onderwijzer op scholen was ik ook drie dagen per week op de Zorgboerderij in Tzum aan de Slachtedyk. Hier begeleidde ik jongeren die tussen de wal en het schip zaten, één op één. Ze waren veel met hun handen aan het werk en zorgden onder andere voor de dieren. Het was een mooie tijd en ik vond de combinatie met het werken op scholen en de zorgboerderij heel fijn.”

Dubbele functie

Tsjipke ontmoette Esther in de tussentijd en samen kregen ze zoontjes Jildert en Hidde en dochtertje Jeldau. Hun gezamenlijke huurhuis in Wommels verruilden ze voor hun huidige koophuis aan De Homeie. “En toen vroeg de directeur van de basisschool in Wommels of ik in eigen dorp onderwijzer wilde worden”, legt Tsjipke uit. “Dat wilde ik wel, maar met de kanttekening dat als mijn oudste zoon naar de basisschool zou gaan, ik zou stoppen met mijn werk daar. Ik wilde geen dubbele functie, meester en ouder zijn. Ik heb mijn werk daar drie jaar met veel plezier gedaan, meestal had ik groep acht onder mijn hoede. 

Aan het einde van dat derde schooljaar kwam de Piet Bakkerschool in Sneek op mijn pad. Ik kon daar onderwijzer worden voor de groep leerlingen van vier tot en met twaalf jaar. Ik vond het spannend, maar waagde de sprong. De doelgroep van zeer moeilijk lerende kinderen met diverse problematiek vind ik heel interessant. Onze leerlingen hebben een lichte tot zware beperking en ik vind het boeiend wanneer en waarom ze moeilijk gedrag vertonen. Op de ‘gewone’ basisscholen waar ik gewerkt heb was er voor kinderen die wat meer aandacht nodig hadden nauwelijks tijd. Wat wil je ook met een klas van dertig leerlingen!”

Onderwijs op maat

Tsjipke heeft inmiddels twee volledige schooljaren erop zitten en is erg enthousiast over zijn werk. “Ik begon in coronatijd, dat was best lastig. Het werk was totaal anders dan wat ik gewend was. Kinderen liepen soms weg, ik moest echt een relatie met ze opbouwen. In het begin was het af en toe daarom weleens chaotisch. Dan dacht ik: ‘Help!’ Maar al gaandeweg werd het contact met mijn groep acht-leerlingen (elf en twaalf jaar, red.) steeds beter. De leerlingen kunnen tot hun achttiende jaar bij ons op school blijven. Het is een kleine school en een veilige haven voor hen. We werken met kleine groepen, ik heb elf kinderen in mijn groep en werk samen met een onderwijsassistente. Soms komt daar ook nog een stagiaire bij. We leveren onderwijs op maat. Dat wil zeggen: binnen mijn groep van elf leerlingen zijn er zo’n drie á vier clusters, leerlingen die op hetzelfde niveau werken. Iedere cluster heeft zijn eigen doelen; het is aan mij om te bedenken hoe we die doelen gaan halen. Dit geeft me veel vrijheid. Binnen de ‘gewone’ basisscholen zijn er vaste onderwijsprogramma’s die weinig ruimte bieden om daar vanaf te wijken.” 

Structuur

‘’Meestal begin ik de les met wat korte instructies”, vervolgt Tsjipke. “Stel: we hebben het vak ‘rekenen’. Dan doen we spelletjes die met rekenen te maken hebben, het gaat echt spelenderwijs. ‘Taal’ gaat op dezelfde manier. We werken veel met plaatjes en pictogrammen. Ook is gebarentaal een ondersteunende methode, we zetten alles in. De bovenbouw-leerlingen oriënteren zich op diverse vlakken, bijvoorbeeld in de tuin werken of koken. Als ze maar veel met hun handen bezig zijn. Afwisseling is heel belangrijk. En ze moeten lekker kunnen bewegen; de energie moet eruit. Daarnaast is structuur, rust en regelmaat het devies. Vakanties zijn daarom voor sommige kinderen niet altijd even leuk; dan zijn ze uit hun normale ritme. Kinderen in het speciaal onderwijs zijn zó ontzettend dankbaar. Ze zijn eigenlijk altijd blij en komen met een lach op school. Dat vind ik fantastisch om te zien en daarom past dit werk heel goed bij mij. De kinderen zijn uniek; ze zoeken naar grenzen en het is aan mij om deze aan te geven. Dat zorgt ervoor dat ik ook bij de les moet blijven.” 

Samen sporten

Naast zijn werk is Tsjipke ook op de racefiets of op het voetbalveld te vinden. Hij begon als jongetje bij voetbalvereniging SDS in Easterein en speelde tot zo’n vijf jaar geleden in het eerste elftal. “Maar het is lastig om voetbal en een druk gezin met drie kleine kinderen te combineren”, meent hij. “Ik ben ook wel jeugdtrainer geweest en ik ga de hoofdtrainer van het eerste elftal ondersteunen. Ook ga ik meehelpen met het team waar mijn oudste zoon straks in gaat spelen. Daar heeft hij veel zin in en ik ook. Maar zelf een wedstrijd spelen doe ik alleen nog op zaterdag met mijn voetbalvriendenteam. Sommigen zijn blijven hangen in de buurt, net als ikzelf, en er zijn er ook die uitgevlogen waren maar toch weer teruggekomen zijn. Het is altijd leuk en gezellig om samen te sporten en daarna nog even na te zitten.”

Blijven leren

Tsjipke is blij en tevreden met zijn leven en het is eerst goed zo. Maar natuurlijk zijn er dromen: “Op het gebied van het onderwijs zijn er nog zoveel leuke dingen te doen. Bijvoorbeeld lesgeven op een praktijkschool, of jongeren op een kleinschalige manier begeleiden. Maar dat is echt voor later. Ik wil blijven leren en voorlopig ben ik in mijn huidige functie nog lang niet uitgeleerd.”

Beeld: Laura Keizer

Tekst: Amanda de Vries