Cover verhaal: Oeke Mulder: “Laat de tocht maar komen, ik ben er klaar voor”!

grootsneek
Afbeelding

Op 10 december 2022 nam Oeke Mulder uit Woudsend afscheid als bestuurslid van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden. Oeke werd vervolgens door de vergadering benoemd als Erelid van de vereniging. Zij is daarmee het eerste vrouwelijke erelid van misschien wel de bekendste vereniging van Nederland.

Het gesprek dat wij met Oeke Mulder hebben vindt plaats op een regenachtige maandagmiddag in december in Woudsend, waar Oeke met haar partner Rients de Boer woont. Oeke en Rients hebben volop gebruik gemaakt van de schaatsmogelijkheden die het korte wintertje in december bood.

AFSCHEIDSSPEECH

Uiteraard gaan we het over Oeke haar sportieve bezigheden hebben, maar we gaan eerst even terug naar de laatste Algemene Jaarvergadering van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden in Leeuwarden, waarin Oeke dus afscheid nam. Uit de afscheidsspeech die Oeke tijdens de vergadering hield, citeren wij de volgende uitspraken, te beginnen met de belofte die zij bij haar aantreden deed maar helaas niet waar kon maken en haar drive om ooit plaats te nemen in het bestuur. “Ik ben gestart in het Elfstedenstedenbestuur met een belofte aan lid nummer 6.822. Deze belofte was: zorgen dat de zestiende Elfstedentocht wordt geschaatst. Die belofte heb ik, met pijn in mijn hart, niet kunnen waarmaken. Wel heb ik de Elfstedentocht meerdere keren voorbereid, in mijn hoofd, in mijn dromen, op papier, in gesprekken en tijdens oefeningen. Het verlangen naar de tocht is groot, bij u als rijdend lid, de marathonrijders, het bestuur, de rayonhoofden, alle vrijwilligers en belangstellenden, bij mij. Mijn drive om in dit bestuur plaats te nemen was dat ik in het verleden zelf regelmatig heb meegedaan aan sportevenementen. Evenementen waarbij altijd vrijwilligers waren betrokken. Ik vond dat het tijd werd dat ik iets terug moest doen als vrijwilliger. En wat is er mooier dan bij deze vereniging bestuurslid te zijn.”

WIE IS OEKE MULDER?

“Ik ben de dochter van Jaap Mulder en Geeske Mulder-Bangma. Geboren op 28 februari 1961 in het Sint Antonius Ziekenhuis van Sneek. Zuster van Hendrik en Wiepkje Marijke Mulder en de middelste van het gezin”, lepelt Oeke de gegevens uit haar burgerlijke stand op, om al vlot over te gaan op de actualiteit. “Ja, je zit naar de schaatsen te kijken die op een handdoek liggen te drogen. Rients en ik hebben gisteren op natuurijs geschaatst. Ohhh… het was geweldig! Wij hebben op het Drontermeer gereden, want Rients z’n jongste dochter Aleid woont daar met Hans van de Wetering, dat is een marathonrijder. Een specialist op natuurijs. Hans was de meesterknecht van Erik Hulzebosch. Op de Veluwe randmeren kun je al snel schaatsen, dat wij zaten zaterdagmorgen om negen uur al in de auto en hebben daar heerlijk gereden. En de volgende dag opnieuw!”

WAAR KOMT JOUW FASCINATIE VOOR HET SCHAATSEN VANDAAN?

“Vroeger toen we in Sondel woonden, schaatsten wij op een poel die tegenover ons huis lag. Ik weet nog dat ik een keer ‘mei de houtsjes ûnder’ naar huis gelopen ben. Dat was natuurlijk een doodzonde want je mocht niet op schaatsen naar huis lopen, daar werden ze stomp van. Ik heb jaren niet gereden omdat ik in Sneek ging volleyballen. Ik heb trouwens slappe enkels omdat ik beide enkelbanden kapot heb gehad. Ik was dus helemaal niet zo’n schaatster. Toch ging ik later met vriendinnen op les en door hen ben ik lid van de IJsster in Sneek geworden. Hoe lang dat geleden is? Dat wit ik net mear út’e holle. Ik vond dat prachtig: op vrijdagavond rijden en na afloop met elkaar in de kantine van Thialf zitten. Dat laatste kon ik beter dan het schaatsen. Hahaha.” Oeke maakt duidelijk dat vooral de hele sfeer rond het schaatsten haar aanspreekt. Alles eromheen. Alle rijders hebben volgens haar maar één doel en dat is het ploeteren op het ijs en Oeke illustreert dat met een mooie anekdote. “We hadden een feestje van de IJsster en Frits Brattinga las daar een gedicht voor. Iedere keer als Frits het woord ‘Elfstedentocht’ noemde, mocht ik zeggen: ‘It is in ein, it is in ein, it is in hiel ein’. Dat vergeet je toch nooit weer?!”

‘BLIKJERIDERS’

“Ik bin in blikjerider”, zegt Oeke als ze nog meer schaatsherinneringen ophaalt. “Ik reed schaatstochten met heit; niet alleen om het rijden maar ook om de medailles, de ‘blikjes’. Als kind, maar later toen ik ouder was ook nog. Dan belden we ‘s morgens met elkaar en spraken af om een tocht te rijden. Boven op zolder heb ik zodoende een doos vol met blikjes. Trouwens, ik heb met heit later ook de Elfmeren Schaatstocht gereden, onvergetelijk. We kwamen als één van de laatsten aan. Ik weet nog dat we bij tante Grytsje in Hindeloopen aanstaken.

Zij woonde aan de route. Daar kreeg ik een banaan op kamertemperatuur, want alles wat we aan eten mee hadden genomen was bevroren. Tante Grytsje leeft nog; ze is inmiddels 95. Over die Elfmerentocht hebben we het nog regelmatig. Het is mijn grootste prestatie op schaatsgebied, het voltooien van die tocht.”

WEISSENSEE

Nadat Oeke dit verhaal heeft verteld, corrigeert zij zichzelf meteen. Want de Elfmerentocht mag dan in haar beleving heroïsch geweest zijn; het is toch niet haar grootste prestatie als het over voltooide ijskilometers gaat. “Ik ben heel vaak naar de Weissensee geweest. Daar heb ik maximaal 175 kilometer gereden. Ik ben een doorzetter, maar mijn gemiddelde snelheid is niet hoog. Die bewuste winter kon je over het grote meer een rondje van 25 kilometer schaatsen. Je komt op een gegeven moment onder de brug door en ik moest nog vijf kilometer in tien minuten voor de finishsluiting. Onmogelijk dus. Even heb ik gedacht om dwars over te steken, maar dan had ik mij zelf wel voor eeuwig en altijd voor de gek gehad. Ik heb dat dus niet gedaan!” Oeke kan enorm genieten van alles rond het schaatsenrijden. Ze probeert woorden te vinden omdat magische gevoel te duiden. “Je bekijkt de wereld ten eerste van een andere kant. Maar het is ook het geluid. Ik zwem het hele jaar door in het buitenwater. Vlak voor het decemberwintertje lukte dat nog, maar twee dagen later kon ik het ijs niet meer kapot krijgen. Ik stond toen samen met Rients op de wal om naar het zingende ijs te luisteren. Dat gelukzalige gevoel is amper te omschrijven. Als het begint te vriezen krijg ik een ‘knijperig’ gevoel in de maag en speelt bij mij de vraag wanneer het moment daar is dat we ook daadwerkelijk kunnen schaatsen.”

FRIESE TROTS

Dat Oeke Mulder schaatsliefhebber is, is met andere woorden een understatement. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat we de link met Friesland en de Friese cultuur leggen. “Ik ben er mee opgegroeid. Heit was Gedeputeerde van Cultuur in de provincie Fryslân. Maar dan nog. Wat is er voor mij bijzonder aan? Ja, it is myn wêzen. Je binne it, tink ik. It is de taal, it lânskip. It is it fiergesicht. Ik zeg altijd: ‘I’m proud to be an Frisian’. Leuker wordt het niet. Ik zeg het in het Engels, omdat ze altijd horen dat ik uit Friesland kom. Ik voel de verbondenheid met Friesland gewoon en verder heb ik er geen antwoord op. Als er in vergaderingen of bijeenkomsten mensen zijn die zeggen dat de voertaal ‘mar net yn it Frysk moat’, dan steek ik er geen energie meer in, ik word er alleen maar chagrijnig van en dat wil ik absoluut niet meer. Ik bin ik!”

CONTACTEN MET MENSEN

In het bestuur van de Friesche Elf Steden had Oeke de portefeuille ‘veiligheid’. “Dat vond ik het leukste. Dat komt omdat het onderwerp veiligheid veelzijdig is. Als bestuurslid heb je te maken met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van wetgeving, crowdmanagement, technologische ontwikkelingen, draaiboeken, meedoen aan oefeningen. Maar vooral het contact hebben met de betrokken mensen was het allerleukste om te doen. De hele Veiligheidsregio Fryslân: de politie, de brandweer, de meldkamer, de GHOR, het OM, de gemeenten, de provincie, Defensie en de afdeling crisisbeheersing. De achterkant van de tocht is professioneel. De voorkant van de tocht is nog steeds hetzelfde: het blijft onveranderlijk 200 kilometer schaatsen, op weerbarstig natuurijs, stempelend langs de elf steden.” Oeke Mulder haalt haar voldoening uit contacten met mensen. Al meer dan veertig jaar werkt zij in verschillende functies bij gemeenten. Zij heeft Nederlands recht gestudeerd en is MfN-registermediator. Naast haar werkzaamheden bij de gemeente is zij mediator van de klachtencommissie GGZ Friesland. Het bestuurswerk voor de Vereniging De Friesche Elf Steden is vrijwilligerswerk. Dat bestuurswerk valt nu weg.

JE BENT BENOEMD ALS ERELID, NOTABENE ALS EERSTE VROUW. WAT DOET DIE BENOEMING MET JE?

“Dat ik tot erelid benoemd ben, is inderdaad een hele eer. Ik had graag meegemaakt dat mem dat nog had geweten. Ze is begin 2022 overleden en ze was echt wel van de vrouwenemancipatie. Ze was vast trots geweest op mijn benoeming.

Ik ben mij nu druk aan het voorbereiden op de Elfstedentocht. Maar dan anders, niet meer als bestuurslid. Ik zit weer op schaatsles, ben lid van de sportschool bij ons in het dorp en ik fiets veel. Ze hebben mij wel gevraagd of ik het niet erg zou vinden dat juist na mijn aftreden als bestuurslid er een echte Elfstedentocht zou worden uitgeschreven. Immers, ik heb al die jaren alleen maar vergaderd, maar er kwam geen tocht. Dat laat de tocht nu maar komen, dan kan ik tenminste meedoen. Ik ben er klaar voor!”

Tekst: Henk van der Veer
Foto’s: Laura Keizer en Eigen foto’s