Cover verhaal: Metselbaas Jacob Jan Oostra

grootsneek
Afbeelding

Jacob Jan Oostra hoeft niet zo nodig in de publiciteit. Eigenlijk helemáál niet om eerlijk te zijn. Een minder plezierige ervaring na media-aandacht is de reden. Het is ondertussen alweer (of is het ‘nog maar’?) vijf jaar geleden dat een artikel in een krant voor negatieve reacties zorgden. Buiten de schuld van de betreffende journalist en Jacob Jan om, laat dat duidelijk zijn. Toch stemt Jacob Jan in met een interview voor GrootSneek, om wat toen gebeurd is definitief af te sluiten.

Al kost het hem nog steeds moeite om in de publiciteit te staan. Mensen met een duidelijke mening, een positieve levensinstelling en die maatschappelijk ook nog eens succesvol zijn, roepen helaas het slechte bij een enkeling naar boven. Jacob Jan had graag met de betreffende persoon in gesprek gewild. Het is er niet van gekomen, al hoopt hij dat het ooit toch nog eens gaat gebeuren. Dit gezegd hebbende vooraf aan dit interview. Een interview met een in meerdere opzichten sterke man!

Warme jeugd

Op de achtergrond klinkt lichtklassieke muziek uit de speakers. Jacob Jan schenkt een kop thee in en vraagt of wij er ook nog een stukje oranjekoek bij willen hebben. Overgebleven van Moederdag en de verjaardag van de oudste zoon, die inmiddels 26 jaar is. We slaan de Friese lekkernij niet af. Terwijl wij de tanden in het gebak zetten vertelt Jacob Jan over zijn jeugd.

“Ik ben geboren op 4 januari 1974, als zoon van Jan Oostra en Grietje Jansen uit Franeker, in een warm en hecht gezin van vier kinderen waarvan ik de derde was. Sandra, mijn jongste zusje, kwam zeven jaar na mij en daarboven waren het Dineke en Anneke, de oudsten, die uiteraard regelmatig mij als enige jongen het leven zuur maakten. Tenminste zo stond ik er in, hahaha!” Gelukkig is de verhouding tussen Jacob Jan en z’n oudste zussen nu wel goed en met ‘nakommerke’ Sandra was en is die verhouding altijd goed geweest. Jacob Jan is in die tijd een jongetje dat graag buiten speelt; in de ‘eiersoekerstiid’ is hij regelmatig in het veld te vinden. Verder is voetbal z’n grote passie; als SC Franekerspeler schopt Jacob Jan het zelfs tot selectiewedstrijden bij de Friese jeugd.

Vergadering der gelovigen

Jacob Jan groeit op in een christelijk gezin, waarbij zijn ouders aangesloten zijn bij de ‘Vergadering der gelovigen’, een gemeenschap van christenen zonder vaste voorganger of predikant. Een gemeenschap, die geen kerkgenootschap wil zijn, maar wel tot de evangelische beweging in het protestantisme wordt gerekend. Vader Oostra is hoofd groenvoorziening bij de gemeente Franekeradeel.

“Achteraf bezien was het allemaal wel erg streng en ik zou het nu ‘oubollig’ noemen, zonder overigens na te trappen, want nogmaals, ik heb een prachtige jeugd gehad. Na de christelijke basisschool moest ik naar het voortgezet onderwijs in Harlingen, naar De Klokslag: een kleine strenge christelijke school die wij als jongens niet zonder reden de ‘Stokslag’ noemden. Wij vraten daar meer kattenkwaad uit dan op de Anne Marie Schuurmanschool in Franeker. Mijn ouders gaven later wel toe dat ze een dergelijke keuze nu niet meer gemaakt zouden hebben. Het kon natuurlijk ook helemaal niet, een Franeker die in Harlingen naar school moest…”

Jacob Jan vertelt enigszins beschaamd over een van die ‘jongensgeintjes’ die hij met z’n klasgenoten uithaalde. Een dode egel, onderweg gevonden  op het fietspad van Franeker naar Harlingen, belandde uiteindelijk in de bureaula van een leraar, die elke morgen uit die la de Bijbel tevoorschijn haalde. Toen hij het ‘Woord van God’ wilde pakken, greep hij vol in de dode stikelbaarch’.

Ingenieur

Na de middelbaren school gaat Jacob Jan naar de hts, waar hij begint met bouwkunde, civiele techniek en verkeerskunde. Na het eerste halfjaar laat de student verkeerskunde vallen en na een jaar civiele techniek gaat hij verder met bouwkunde. Na zijn afstuderen heeft hij ook de aannemerspapieren en de titel ing., ingenieur, in zijn bezit. Niet onvermeld mag blijven dat Jacob Jan en zijn vrouw Karin Weening nog tijdens zijn hts-studie trouwen. Jacob Jan is dan 21 jaar en Karin is 19 lentes jong. Geen ‘moetje’. Nee, het jonge stel wil na twee en een half jaar verkering gewoon bij elkaar wonen. Het huwelijk, dat inmiddels 28 jaar duurt, wordt gezegend met drie kinderen, die inmiddels volwassen zijn.

Na de hts solliciteert hij bij Rogé, een bedrijf dat uit Metselbedrijf Rogé en Bouwbedrijf De Groot in Oudega bestaat, en waarvan de beide eigenaren een gezamenlijke bv hebben opgericht. Jacob Jan Oostra wordt aangenomen voor de bouwgroep, maar doet ook wel werk voor het metselbedrijf. Uiteindelijk neemt hij – nu twintig jaar geleden -  Rogé over en is hij – nee, zij en hij en zijn vrouw Karin – de ondernemers achter het bedrijf.

Wat voor ondernemer ben jij, Jacob Jan Oostra?

“Jeetje, het gaat ons niet alleen om het verdienen van geld. Ik zie het ook als een baan, waarbij ik wél de verantwoordelijkheid heb voor 65 mensen. Ik probeer er altijd te zijn voor mijn werknemers, maar andersom verwacht ik dat ook. Wij doen werk voor grotere opdrachtgevers.” Hij legt het werk uit: “Als de vloer op de begane grond er ligt, dan komen wíj. Dan doen we al het profielstelwerk met onze mini-kraantjes en ‘doen’ de grote kalkzandsteenblokken’. Van binnen naar buiten trekken wij de woning omhoog. Daarna doen we van buiten de isolatie-ventilatie en dan komt de metselploeg, en de steigerjongens en de voegers. Dat is dus het onderdeel wat wij voor de aannemer doen. Niet de totaalbouw; wij zijn een onderdeel van de ruwbouw.”

Stoere bouwvakkers?

Het gesprek gaat vervolgens over het imago van bouwvakkers en we vragen of het beeld klopt, dat het sterke, stoere mannen zijn. Dat beeld klopt dus níét, volgens Jacob Jan Oostra.

“Dat beeld is onterecht: van de buitenkant zijn het misschien wel hele stoere mannen, maar als je ze goed kent, blijkt dat ze vaak een klein hartje hebben. Zonder ze allemaal over één kam te scheren. En eerlijk? Het ruige mannenpraat in de bouwketen valt echt wel mee. Natuurlijk is het er wel, maar als ik ergens op een administratiekantoor kom, denk ik weleens: ‘Kan het ook wat minder?’ Dan is het bij ons in de keet nog netter. Maar de beeldvorming van stoere bouwvakkers, tja... Ze gaan met z’n vijven in het busje de Afsluitdijk over om in Noord-Holland te werken. Als zij jou passeren, dan zie je van die gespierde kerels met hier en daar een tatoeage plus ook nog wel eens een kale kop. Dat beeld lijkt dan stoer en sterk. Ik houd er gewoon van. Ze hebben vaak het hart op de tong, je weet wat je aan ze hebt. Puur!”

Ben jij zelf één van die stoere, sterke mannen?

Jan Jacob Oostra moet even nadenken. “Vroeger toen onze kinderen nog klein waren en ik ze naar school bracht, hoorde je op het schoolplein de kinderen wel opscheppen over hun vaders. Dat ze zo sterk waren. Maar volgens mij hoef je de spierballen helemaal niet te laten rollen. Je moet er gewoon voor je kinderen zijn, zodat ze op je kunnen bouwen en je kunnen vertrouwen. Dát vind ik een sterke vader. Tijdens gesprekken met anderen krijgt het vaak diepte als je je hart laat spreken. Dan laten anderen ook hun kwetsbare kant zien. Laat maar zien wie je bent, dát vind ik een kenmerk van stoere mannen. Dus niet alleen fysiek sterk, maar er voor andere mensen zijn. Dat probeer ik ook te realiseren in ons bedrijf.”

Ontwikkelingswerk

Jacob Jan en Karin deden onder andere vrijwilligerswerk voor Compassion, een christelijke organisatie die wereldwijd kinderen de kans geeft op een leven zonder armoede. Het echtpaar deed ook veel vrijwilligerswerk voor de Muskathlon, een beweging die je letterlijk in beweging zet voor kinderen die te maken hebben met extreme armoede. Het is een sponsorloop waarbij de deelnemers een jaar lang trainen voor het lopen van een hele of halve marathon, een ultraloop van 63 kilometer wandelen of 120 kilometer op de moutainbike. Die prestatie wordt geleverd op de meest duistere plaatsen in de wereld, zoals in Oeganda, Ecuador en Tanzania, om juist dáár mensen een betere toekomst te geven. Elke deelnemer probeert een bedrag aan sponsorgeld binnen te halen en dat bedrag gaat naar Compassion. Jacob Jan en Karin gingen al verschillende keren mee, als uitgezonden pioniers van de organisatie, tijdens die Muskathlon,

“Sommige zeggen dat het maar een druppeltje op een gloeiende plaat is. Ik erger mij aan die uitspraak. Het mag dan wel een druppeltje zijn, maar het is wel een druppeltje van goud. En goud verdampt niet. Jij zult maar dat kind zijn dat onder die gouden druppel staat, dat maakt het verschil.”

Over sterke mannen én sterke vrouwen gesproken!

 

Tekst: Henk van der Veer 

Foto’s: Laura Keizer Fotografie