Column- Corine van de Linde De Havenmeesteres

columns
Foto aangeleverd
Foto aangeleverd

Mijn collega R. ,die mij het havenmeesterschap bijbrengt ,ouwehoert met iedereen en ik kom tijdens dit inwerkrondje in tijdnood. Mijn huurders van het vakantiehuisje vertrekken zo, ik moet gaan poetsen omdat nieuwe huurders alweer om 14.00 uur op de stoep staan. Ik ga er vandoor. Ik snap wel hoe het werkt, zo moeilijk is het niet en ik werk met een tarievenkaartje. Die avond fiets ik de ronde alleen en het gaat prima!

In de eerste week tref ik een jongen alleen op een zeilbootje, hij is sip. Hij vertelt me dat zijn verkering uit is, de motor van de boot heeft kuren en er staat geen wind. Terloops vertelt hij ook nog dat zijn baan op de tocht staat. Ik trek wat tijd voor ,m uit om hem wat op te monteren. Wat een leed. We praten wat, hij vrolijkt iets op en geef ,m 5 euro korting want hij oogt zo sneu. Hij blijft 2 nachten zegt hij. Soms ben ik een fietsende maatschappelijk werker , ook leuk! De volgende dag is de zeiler wat vrolijker, zijn ex vriendin komt een dagje meezeilen, hoe tof en hoopvol is dat!

Later die zomer, op een schitterende zonnige zwoele avond, tref ik op de L steiger een stel aan wat een duik in t water wil nemen naast hun boot. De man ziet mij en wacht met het springen in de Ee. Hij rekent bij me af en duikt daarna meteen in het water. Er zijn ook twee hondjes aan boord, de ene springt zijn baasje achterna, de tweede hond wil ook t water in maar zit nog vast met zijn halsband. Hij keelt zichzelf als het ware. Ik smijt mijn fiets neer, wip over de reling  en bevrijd het dier door zijn halsbandje los te klikken. Snel springt hij zijn baasjes achterna. De eigenaar van de boot steekt een duim naar me op. Ik voel me een padvinder die net een goede daad verricht.

Wanneer je de weg voor de brug oversteekt moet je op de pedalen staan, eenmaal boven de handremmen alvast inknijpen want anders sjees je met een noodgang langs het terras van het eetcafé naast de brug. In de vroege ochtend kan dat sjezen echter wel. Met vereende krachten worstel ik me naar boven. Er is dan vaak een medewerkster van het café druk met het poetsen van de tafeltjes . Ze pept me steevast op en grapt; ‘daar komt de roomservice weer!’

Corine van de Linde