Bouke en Japke Stoffelsma, een uniek duo.

In bedrijf
Afbeelding

Het is een uitstervend ras, mensen die zestig jaar of langer bij één en dezelfde baas aan het werk zijn. Bouke Stoffelsma uit Sneek is er zo’n eentje. Al sinds zijn 14de staat de Sneker op de loonlijst van Zandstra Sport in Sneek. Trouwens, echtgenote Japke de Jong gaat ook al dertig jaar naar Zandstra om met veel plezier haar werk te doen. Een portret van een uniek duo, dat elkaar nog net niet op de werkvloer ontmoette.

”Nee, krekt su as un soad andere Snekers kwamen wij mekaar op’e Oasterdyk teugen. De jonges liepen an de ene kant, de meiskes an de andere. Su ging dat toen”, vertelt Japke met twinkelende ogen in onvervalst Snekers. Het is ondertussen meer dan vijftig jaar geleden dat daar de vonk oversloeg. Het huwelijk werd 51 jaar geleden gesloten en bleef helaas kinderloos. 

Futdaleks an ’e slach

Hoe Bouke, jongste uit een niet rijk gezin van zeven kinderen, zestig jaar geleden bij Zandstra begon, staat ook nog in zijn geheugen gegrift. “Myn ouwere halfboer, Gerrie Kedde, werkte al bij Zandstra. Baas Thomas Zandstra wist blykber dat ik fan de lagere Jan van Nassau skoal kwam en hij froech oans Gerrie òf ik miskyn ok belangstelling had om an ut werk te gaan. Ut was in dy tiid nòchal moeilek om personeel te krijen. Ik kon futdaleks de andere dach wel beginne. We saten toen nòch op’e Singel. Nou, su is ut begonnen. Un jaar na myn intrede kwam myn andere halfbroer, Haaije ok nòch bij oans an ut werk.”

Terwijl Bouke vertelt zit zijn vrouw Japke naast hem, en kinkt bevestigend. Zij zit ondertussen alweer dertig jaar bij dezelfde baas. Het duo werkt na Bouke zijn pensionering steevast op maandag bij het van oorsprong Sneker bedrijf aan de Yndustrywei in Joure. Bouke voor alle voorkomende werkzaamheden, maar met name als technicus, en Japke is op het moment dat wij elkaar spreken druk bezig met inpakwerkzaamheden. Want omdat laatste product staat Zandstra zeker bekend. Dat was in de tijd toen Bouke begon nog niet zo.

Alle voorkomende werkzaamheden

“Nee, ik moest dêr in ut begin pezetrekke, lear snije en stanze. We maakten van dy pearde beagen. Trekzelen op syn Hollaans. Foar ut ferfoer brúkten se nòch un soad peard- en wagens. Ferder alle foarkommende werksemheden. Thomas Zandstra sach trouwens overal wel handel in. De hoelahoep kwam út en un paar dagen lei de werkplaats fol met allemaal elektrobuizen. Wij moesten oans der mar met rêde en der hoelahoeps fan make. In alle kleuren dy’t mar foarhannen waren. At we wear tien à twintig klaar hadden, brochten we dy in’e winkel. Gouden handel.”

Toen Bouke aan het werk ging bij Zandstra was de zeilmakerij ook nog in het bedrijf, waar destijds een tiental mensen de kost verdiende. “Dat ik de jongste was, hew ik ok wel us wete maggen. Ik kreech wel un soarte fan ontgroening, mar der was ferder niks gemeens met. De sfear was hartstikkene leuk en dat is nou nòch altyd su in dit bedriëf. Anders houwe je ut ok nyt sulang fol. Un goeie sfear fine myn frou en ik heel belangryk.”

Zandstra’s schaatsen

Zestig jaar geleden, toen Bouke bij de firma Zandstra begon werden er ook al schaatsen gemaakt bij het Sneker bedrijf. Bouke Stoffelsma: “Toen ik begon kwamen de earste Noorse skaatsen ok al gau. Dy moesten we allemaal nòch met de haan klinke, koperen klinken. We stonden naast mekaar met klinkjes, dy’t we der indúwe moesten en dan klapten se wel us dubbel en dan hast de handen wear open. Ut haanwerk lei mij gewoan heel goëd. We begonnen mòrrens om half acht tòt middachs ses uur. Ses dagen in de week. Later kwam de frije saterdachmòrren en later de hele frije saterdach.”

Schaatsmachines uit Canada

Als we Stoffelsma vragen wat de grootste verandering in al die jaren is geweest, dan is dat natuurlijk de ommezwaai van handwerk naar het machinale produceren. Snelheid en effectieve tijd zijn de toverwoorden. “Toen de earste nytmasines hier kwamen, was dat wel un bitsje revolusionêr. De nytsjes slaan dwars deur de skoen heen en krult an de binnenkant werom. Masines fan skaatsen binne der mar un bitsje; se kwamen allemaal út Kanada. At der maleur an de masines was, kwam der wel us un monteur út Kanada. Toen sei Zandstra teugen mij: ‘Must even bij de monteur staan gaan, even siën wat dy man allemaal doët, kanst ut ok leare.’ Su learde ik ut reapearen fan de masines en de ouwe baas sei over de Kanadese monteur:’Su, dy binne we kwyt’.”

Een schaterlach volgt. Monteur Bouke Stoffelsma verstaat als echte vakman nog altijd zijn beroep en komt één keer in de week met zijn vrouw naar de fabriekshal die inmiddels alweer jaren in Joure staat. “Wij binne hier maandachs altyd te finen en dat befalt oans heel goëd. We komme dan út Hogersmilde, dêr hewwe we un húske midden in de bossen. We binne dêr seuven maanden in’t jaar. De andere maanden woane we in Sneek, sinds kòrt in de nieuwe appartementen an de Ylsterkade. Prachtech. We binne rike minsen en hope dit werk nòch lang doën te maggen.”

Collega Marco Vlap knikt zeer instemmend. “We zijn erg blij met Bouke en Japke, ze horen helemaal bij Zandstra!”

Tekst & foto Henk van der Veer