Voor degenen die niet naar de kapper kunnen gaan: Kapper Kribb, de kapsalon op wielen komt naar jou (video)

Algemeen
Afbeelding

SNEEK - “Rood, dat moet ie sowieso zijn. En met die kleur heb ik hem gevonden.” Wie binnenstapt, loopt al bijna direct de kappersstoel in. De motor van de verwarming draait. Provisorisch is er een waterleiding gemonteerd om haar te kunnen wassen. De brandweerbus is net groot genoeg voor iemand van 1,80 meter. Op het moment van schrijven staat de tot kappersbus verbouwde brandweerwagen stil. De katalysator is kapot en doordat het onderdeel uniek is, is deze nagenoeg onmogelijk te vervangen. Een verhaal over vallen en opstaan van beginnend ondernemer Jesse Kribben en zijn plannen om een kappersbus te beginnen. 

[youtube url=’//www.youtube.com/embed/VTZx1yDYRys’]

Hij komt uit een nest van vier jongens. Alle vier keken met enige regelmaat hun ouders vragend aan om naar de kapper te gaan. “Een korte coup was in de mode. Om dat kapsel netjes te houden, moest het iedere drie weken worden bijgehouden. Mijn moeder vond dit al snel te gortig worden om zo vaak naar de kapper te gaan. Niet veel later belandde één van mijn broers op een stoel en begon ik aan de kapperskunst.”

Barbershop

Jesse Kribben, 24 jaar, is open over zijn zoektocht om zijn wens in vervulling te brengen. “Een wens heb ik zeker, maar ik werk niet heel duidelijk met een vooropgezet plan. Tijdens mijn studie Commerciële Economie wist ik wel dat ik iets voor mezelf wilde beginnen. Omdat ik inmiddels redelijk wat ervaring had door mijn broers en vrienden te knippen, vroeg ik bij barbershops of ze een stageplek voor me hadden. Dat lukte en na niet al te lange tijd leerde ik om vlot iemands haar te knippen. Dit beviel goed. Zo goed, dat ik een tussenjaar heb genomen en er fulltime ben gaan werken om veel ervaring op te doen.”

Go with the flow

Nadat Jesse zijn studie weer oppikte en daarna afrondde, ontstond de wens om te reizen. “Ik heb een one way ticket naar Australië gekocht met het idee dat ik daar wel zou zien wanneer ik terugkwam. Dat was een schot in de roos. Het land beviel goed.” Volgens de regels van het land mogen backpackers een jaar blijven. Wie een tweede jaar wil blijven, moet drie maanden op een boerderij werken. Zo begon Jesse op een wijngaard. Met nog een maand te gaan, besloot hij het werk te onderbreken voor een vakantie. Een reisje naar Indonesië, een populaire vakantiebestemming voor veel Australiërs, werd geboekt. “Eenmaal daar brak corona uit. Australië gooide zijn grenzen dicht en mijn plan viel in duigen. Het werd me al gauw duidelijk dat ik er verstandig aan deed terug te gaan naar Nederland.”

 Weer terug in het kikkerland begon het idee te leven om zelfstandig kapper te worden. “Ik wilde iets unieks. Daarnaast wil ik niet vastzitten aan een pand. Stel dat ik in Sneek een pandje huur, dan heb ik minder ruimte om ook mensen in Joure of andere plaatsen te knippen. Zo begon het idee te leven om een mobiele kapper te worden. Na een periode sneupen op Internet vond ik deze oldtimer brandweerbus. Wetende dat steeds meer steden hun regels rondom oude diesels aanscherpen, dacht ik dat het slim was om voor benzine te gaan. Na verloop van tijd kwam ik uit bij een bedrijf dat busjes importeert. Ik kwam deze Volkswagen LT 28 op het oog. Met mijn laatste centen heb ik het busje gekocht en naar Sneek gereden.”

Moed zinkt in schoenen

 Voor Jesse Kribben ging een nieuwe wereld ging open. Zonder kennis van autotechniek of hoe een busje qua interieur om te bouwen, begon hij aan zijn bus te timmeren. “Vanwege het gebrek aan kennis en omdat ik toch ook geld moest verdienen, ben ik bij een paar timmerbedrijven langsgegaan. Een bedrijf gaf me de mogelijkheid om mee te lopen. Daar werk ik nog steeds. Soms twee dagen per week en soms zelfs wel vier. Ik leer er van alles en die kunde kon ik gelijk gebruiken om mijn bus om te bouwen.”

Jesse zijn onbevangenheid brengt hem ver en bezorgt hem tegelijk ook tegenslagen. “Bij het verbouwen bleek er iets mis te zijn met de bus. In de veronderstelling dat iedere garage elke auto maken kan, kwam ik erachter wel een heel bijzonder exemplaar te hebben aangeschaft. Oldtimer busjes op benzine komen niet veel voor en de onderdelen van deze bus zijn nauwelijks te krijgen. Verschillende garages vertelden me niet verder te kunnen helpen. Na enig zoeken vond ik een bedrijf dat mijn bus aan de praat kreeg.”

Het heuglijke nieuws was van korte duur. Hoewel de verbouwing inmiddels bijna klaar was en Jesse zo goed als kon beginnen, verkeerde Nederland in lockdown. Kappers mochten niet meer klanten ontvangen. “Het gaf me de tijd mijn interieur af te ronden. In diezelfde periode moest ik mijn bus laten keuren voor de APK.” Blijkbaar had Jesse nog niet genoeg tegenslagen gehad. Zijn bus kwam niet door de APK. De katalysator is kapot en het onderdeel lijkt nergens te krijgen. Er is nog een redelijke kans dat een universele katalysator in de bus gemonteerd kan worden en de bus snel weer rijdt. Als hij erover vertelt, voel je dat de moed hem wat in de schoenen lijkt gezonken. “De maatregelen zijn net versoepeld voor kappers en ik wil nu graag met mijn bus van plaats naar plaats trekken. Het feit dat hij in korte tijd een paar keer stil staat, doet me wel twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze bus. Ook al mocht het me lukken de bus snel weer rijdend te krijgen, ik wil natuurlijk niet dat die dan over een paar maanden weer stil staat.” Jesse zoekt daarom een andere bus. “Niet meer één op benzine”, lacht hij. “Dat heb ik inmiddels wel geleerd.”

Avontuurlijk ondernemen

Zijn avontuurlijke zoektocht levert hem ook veel mooie momenten op. “Het mag dan wel zo zijn dat ik nu niet mag rijden met de bus, erin knippen kan ik wel.” De bus maakt zijn functie als kappersbus waar. “Ik heb al verschillende klanten erin ontvangen. De mensen die het zien, vinden het leuk wat ik doe. Op deze manier ervaar ik dat iedereen het me gunt en met me wil meedenken.”

Ondertussen werkt Jesse aan een vergunning om een dag per week op de markt in Sneek te staan. Een wens is om naast verschillende plaatsen en bedrijventerreinen ook naar bejaardenhuizen te rijden. “Het lijkt me fantastisch daar met een opvallende rode bus naartoe te rijden en zo de inwoners te kunnen knippen.” Met dit idee in zijn achterhoofd zoekt hij de volgende bus uit. “Eentje waar je een rolstoel in kunt rijden, is helemaal ideaal.” Hij glundert als hij erover praat. “Tja, misschien is mijn manier van ondernemen niet helemaal ideaal, maar die manier past wel bij mij. Als ik het te veilig zou doen, maak ik dit soort avonturen niet mee.”

 Tekst: Albert Bouwman Foto: Laura Keizer